Regeling ex artikel 32 van de V.A.O.

Algemeen

Ingevolge artikel 32 van de Verordening Accountantsorganisaties (VAO) dient het accountantskantoor te beschikken over een zogenaamde klokkenluiderregeling. Art. 32 luidt:

1. De accountantsorganisatie heeft een regeling die waarborgt dat personen van buiten de accountantsorganisatie en bij haar werkzame of aan haar verbonden personen zonder gevaar voor hun (rechts)positie vermeende onregelmatigheden binnen of (mede) buiten de accountantsorganisatie aan de orde kunnen stellen. Deze regeling leidt ertoe dat klachten worden vastgelegd, vertrouwelijk en tijdig worden behandeld en dat de onregelmatigheden waarover wordt geklaagd, indien gegrond, tijdig worden afgehandeld door het nemen van passende maatregelen door de accountantsorganisatie.

2. De in het eerste lid bedoelde regeling wordt in elk geval op de website van de accountantsorganisatie geplaatst. In geval een accountantsorganisatie niet over een website beschikt, verspreidt zij deze regeling op een andere wijze binnen de accountantsorganisatie en stuurt zij deze regeling desgevraagd toe aan personen buiten de accountantsorganisatie.

Artikel 1: Definities

• Melder: een persoon niet verbonden aan of een persoon in dienst van of een aan het kantoor verbonden persoon, en een misstand onder deze regeling meldt;

• Directie: de directie van Dourlein Accountants & Adviseurs/Dourlein Registeraccountants is verantwoordelijk voor de naleving en uitvoering van de regelgeving.

• Misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot Dourlein Accountants & Adviseurs/Dourlein Registeraccountants en/of haar medewerkers, in verband met: a. een (dreigend) strafbaar feit; b. een (dreigende) schending van wet- of regelgeving; c. een (dreiging) van bewust onjuist informeren: d. een (dreigende) schending van binnen Dourlein Accountants & Adviseurs/Dourlein Registeraccountants geldende (gedrags-)regels of (een dreiging van) het vernietigen of manipuleren van informatie over voornoemde feiten.

Artikel 2: Procedure

1. De melder meldt een misstand bij de directie

2. De directie legt de melding vast en bevestigt binnen twee weken aan melder, dat de melding is ontvangen. De directie waarborgt te allen tijde de anonimiteit van de melder, tenzij de melder schriftelijk de directie van deze verplichting ontheft.

3. Direct na ontvangst zal de directie een onderzoek naar de miststand (laten) starten.

Artikel 3: Termijnen

1. Binnen een periode van acht weken van het moment van registratie van de melding overeenkomstig artikel 2 lid 2, wordt de melder door of namens de directie schriftelijk op de hoogte gebracht van het standpunt van de directie omtrent de misstand evenals van de te nemen maatregelen.

2. Indien het niet mogelijk is om het standpunt binnen de in het eerste lid genoemde termijn te geven, zal de directie de melder hiervan tijdig in kennis stellen en de termijnen noemen waarin alsnog een standpunt zal worden gegeven.

Artikel 4: Rechtsbescherming

1. De directie zorgt dat de melder die te goeder trouw en volgens onderhavige regeling een melding van een misstand heeft gedaan, op geen enkele wijze in zijn positie wordt benadeeld.

2. Indien een melder de melding op andere wijze dan overeenkomstig onderhavige regeling heeft gedaan dan wel rechtstreeks of via derden in de publiciteit brengt, kan hem dat mogelijk worden aangerekend.

Artikel 5: Werking

Deze regeling treedt in werking per 9 september 2008.